|
|||
|
21 Jaar geleden, toen Walter Trout voor het eerst tijdens het BRBF in Peer te gast was, konden we niet vermoeden dat hij, in de tussentijd tot een volgende passage, letterlijk de dood in de ogen zou kijken. Zeer zwaar leverfalen en een daarop volgende transplantatie, hielden deze meestergitarist jarenlang van de podia weg... Walter Trout (°1951) speelde o.a. met Louisiana Red, Canned Heat, John Lee Hooker, Big Mama Thornton en was lid van de legendarische ‘John Mayall’s Bluesbreakers’, voordat hij in 1989 met zijn eigen band ‘Walter Trout & The (Free) Radicals’ begon. Zijn muziek is een mix van blues en rock. Trout zegt zelf beïnvloed te zijn door drie gebeurtenissen: 1) de eerste elpee van Bob Dylan, 2) het optreden van The Beatles op 9 februari 1964 tijdens de Ed Sullivan Show en 3) het voor het eerst luisteren naar Paul Butterfield (1942-1987), de gitarist die alles veel sneller speelde dan al de anderen. Op twaalfjarige leeftijd krijgt Walter een gitaar van zijn broer en gaat zijn trompet voor goed de koffer in. Aanvankelijk speelt de jonge Trout geen gitaar, maar mondharmonica. Als Trout zestien jaar is, verhuist hij van Atlantic City, naar New Jersey en krijgt hij de gelegenheid om (vier jaar lang) als gitarist in de band van Louisiana Red aan de slag te gaan. In 1973 verhuist Trout naar Los Angeles, waar hij een aantal jaren in diverse clubbands speelt. In deze periode doet hij ook veel ervaring op bij artiesten als John Lee Hooker, Joe Tex en Percy Mayfield. In 1979 wordt hij gitarist bij Canned Heat. Vijf jaar speelt hij in die band, tot hij in 1984 kennismaakt met John Mayall en in zijn band The Bluesbreakers gaat spelen. Ook in deze band speelt hij vijf jaar. Wanneer hij op een avond in 1989 de zangpartij van John Mayall (die ziek is) overneemt, trekt hij de aandacht van een kleine Deense platenmaatschappij, die hem voorstellen om met een eigen band te beginnen en om in Scandinavië te gaan touren. Trout stelt een eigen band samen met Jimmy Trapp (bas), Daniel 'Mongo' Abrams (Hammond) en Leroy Larson (drums). Ze toeren door Scandinavië en nemen in 1990 “Life In The Jungle” op. Het tweede album “Prisoner Of A Dream”, komt na een half jaar uit en is het eerste echte studioalbum van de band. Klas Anderhel is drummer tijdens de opnamen en tijdens de daarop volgende tournee. In oktober 1992 komt “Transition” uit, het derde album van de band. Drummer is ditmaal Bernie Persley. In 1994 komt het album “Tellin' Stories” uit met Martin Gerschwitz achter de keyboards. Het zesde album “Breaking The Rules”, verschijnt in 1995 en werd geproduceerd door Trout zelf, omdat hij nu alle touwtjes in handen wil hebben en, om de echte Walter Trout sound op het album te krijgen. In 1997 komt er een nieuw studioalbum uit “Positively Beale Street”. Het is opgenomen in Memphis samen met producer Jim Gaines, die in het verleden albums van Stevie Ray Vaughan, Huey Lewis & The News en Steve Miller heeft geproduceerd. Op dit album is Rick Elliot drummer; omdat Bernie Pershey door ziekte niet kan drummen. Rick Elliot gaat ook met de band mee op tournee, maar in 1998 komt Persley weer in de band. Martin Gerschwitz verlaat voor zijn soloprojecten de band. Zijn vervanger is Paul Kallestad. In 1998 brengt de band bij Ruf Records (in de US) “Positively Beale Street” uit en in 1999 komt “Livin' Every Day” uit. Ook dit album is in Memphis, TN, samen met producer Jim Gaines, opgenomen. Voor het eerst is Paul Hallestad, de nieuwe Hammond speler te horen en is de groepsnaam veranderd in ‘Walter Trout & the Free Radicals’. In 2000 komen er twee live albums uit: “Face The Music” en “Live Trout”. Dit laatste is een dubbelalbum opgenomen tijdens het ‘Tampa Bay Blues Festival’ in maart 2000. In januari 2001 wordt de naam van de band opnieuw veranderd, omdat er in Amerika al een band die naam heeft. De nieuwe naam luidt: 'Walter Trout & the Radicals'. Het nieuwe album heet “Go The Distance” (2001) en Paul Hallestad is vervangen door Bill Mason. Maar ook Persley verlaat de band en Bill Mason is vervangen door Sammy Avila. Wess Johnson wordt even de nieuwe drummer, maar wordt in april 2002 vervangen door Joey Pafumi. In mei 2003 neemt de band een live CD/DVD op in Paradiso in Amsterdam, onder de naam “Relentless”. Begin 2005 verschijnt het verzamelalbum “Deep Trout: The Early Years of Walter Trout”. Op dit album staan, nummers uit het begin van zijn solo carrière, toen hij nog onder contract stond bij het label Provogue. Een bijzonder nummer is een oude opname uit 1973 van het nummer “So Sad To Be Lonely”, waarin Trout zingt en gitaar speelt met zijn toenmalige band. Op 24 augustus 2005 overlijdt bassist "van het eerste uur" Jimmy Trapp aan de gevolgen van een zware beroerte. Omdat hij al langer ziek was, was hij vervangen door Rick Knapp. Voor het jaar 2006 staan twee projecten op stapel: een jam album met andere bekende gitaristen (“Full Circle”) en een nieuw studioalbum. Wat hierna volgt zijn “Unspoiled By Progress - 20 Years Of Hardcore Blues” (2009), “Common Ground” (2010), “Blues For The Modern Daze” (2012) “The Blues Came Callin'” (2014). Eind vorig jaar bracht Walter Trout “Battle Scars” (zijn negentiende bij Provogue en, volgens kenners, zijn nu al drieënveertigste album) uit. Het is een album waarin hij herboren, met zijn songwriting dieper wil gaan. Walter Trout is nog altijd een graag geziene gast in Peer. Het was backstage daarom even wachten, want we waren niet alleen, die met Trout een afspraak hadden. Trout zag er goed uit, wat vermagerd en de spontane manier waarop hij ons persoonlijk verwelkomende, zei veel... Mr. Walter Trout, Hello! Lucinda Wiliams, ik ken haar en ik heb haar albums al beluisterd, maar ik heb haar nog niet live gezien. Hoe was haar show en het interview?... Zo’n 21 jaar geleden stond je hier ook in Peer. Hoe voelt dat vandaag om terug te zijn, want er is ondertussen veel gebeurd!... Er zijn inderdaad heel veel dingen gebeurd in die tijd. Ik herinner me mijn vorig optreden in Peer nog heel goed. Het zit in mijn geheugen en ik heb de video van dat optreden. Ik weet nog, dat ik besloot om van het podium af te springen, want er waren toen geen hekken voor het podium. Terwijl ik sprong, vroeg ik me plots af of de kabel van mijn gitaar wel lang genoeg zou zijn?... Was dat niet, dan zou ik ergens blijven hangen en naar beneden vallen. De kabel was gelukkig lang genoeg en ik kon al spelend tussen de mensen lopen. Toen ik terug het podium op wou, was er toen geen hulp van derden. Mijn road manager toen (een andere dan nu) trok me omhoog, nadat ik mijn gitaar losgemaakt had. Ik landde op mijn buik op het podium,. Het was grappige situatie. Alles staat op video... Was je, denk je, voorbestemd om muzikant te worden of, kwam het door je omgeving, je familie?... Voorbestemd? Ik denk van wel. Al van toen ik nog een kind was, fascineerde muziek me, sprak muziek me aan. Muziek zat toen al in mijn ziel. Mijn ouders speelden zelf niet, maar hielden ook veel van muziek. Toen ik vijf was, ik herinner me dat nog, liep ik door de kamer terwijl er een album van Ray Charles speelde. Mijn moeder zat daar en ze weende. Mijn ouders hielden veel van muziek... (Hij vult zelf aan) Percy Mayfield, John Lee Hooker, Big Mama Thornton, Pee Wee Crayton, Bod Diddley... In 1971 in New Jersey, toen ik twintig was, had ik al een eigen band. Maar met die band, lukte het niet. Ik besloot toen om naar de City of Los Angeles te gaan, om daar aan mijn muzikale carrière verder te werken. Ik ontmoette er veel goede muzikanten, maar die hadden geen geld, om andere muzikanten te betalen. Ik heb in LA overdag als schilder gewerkt en als kok en ‘s avonds was ik muzikant... In 1989 ben ik opnieuw met een eigen band begonnen. Dan kwam je met “eigen” albums. Hoe bijzonder was in 1995 je 6de album “Breaking The Rules”? Was dit de echte Trout sound? Ja dat was mijn eerste album, dat ik als producer zelf gedaan heb. Het album was OK. Ik werkte samen met een uitstekende engineer (Charlie Watts) en we deden de afwerking samen. Enkele albums (“Positively Beale Street” - 1997, “Livin' Every Day” – 1999) deed je met (multi Grammy winnaar) Jim Gaines als producer. Waarom koos je voor hem? Omdat hij een uitstekend producer was en omdat hij mijn muziek begreep. Ik denk dat ik zo’n zes albums met hem samen gedaan heb. Ik hield van zijn werk. Nu werk ik samen met Eric Corne. Met hem heb ik nu al acht albums gedaan. Hij begrijpt ook wat ik doe. Beide heren waren goede producers, ze gaven me vrijheid. Een nummer dat je opnam (het staat op het compilatiealbum “Deep Trout: The Early Years of Walter Trout” album) is “So Sad To Be Lonely” (1972). Je was toen eenentwintig... Herinner je dit nummer nog? Is het een bijzonder nummer? Het nummer is een Junior Wells’ song. Het is een opname die ik deed met mijn band in New Jersey. Ik was toen twintig. Het is de band waarover ik je eerder al vertelde, de band zonder success. Ik nam het nummer op omdat het een stukje “geschiedenis” is. Als je terugblikt op je carrière, welke waren dan de hoogtepunten? Vele... Er bestaat niet één “special” moment of hoogtepunt, er zijn er vele. Als ik er enkele moet noemen... Ik was de affichetop van Parkpop Den Haag. Er waren toen honderdduizenden mensen. Dat was, geloof ik, in 1992... (Parkpop: Het grootste eendaagse, gratis toegankelijke popfestival van Europa. In 1981 startte Parkpop met één podium en 15.000 bezoekers; inmiddels is Parkpop een festival met internationale uitstraling, drie podia en gemiddeld zo’n 200.000 bezoekers. /nvdr) (Trout vervolgt daarna) Toen ik mijn comeback maakte in de Albert Hall in Londen in 2015. Toen ik het éérst op het podium stond met John Mayall, want hij is een van mijn helden. Alle grote Britse blues artiesten speelden ooit in zijn band. Hij is inderdaad “the father of the British blues”... Dat zijn allemaal “special moments”... Iedereen kent het verhaal van je ziekte en wij kunnen er ook niet omheen. Na je levertransplantatie in 2014, sta je er opnieuw en hoe, herboren! Je zingt hetzelf in een van je nummers “I’m Back”... Hoe zie je de toekomst? Ik ben héél ziek geweest, dood geweest, maar ze hebben me kunnen terug brengen. Ik voel me nu inderdaad als “herboren”. Vanavond en op het A‘dam live album speelt je zoon gitaar. Was het zijn idee om gitarist te worden? Welk advies gaf je hem? Met hem samenspelen vind ik geweldig. Hij speelt al heel lang gitaar, maar ging er niet altijd ernstig, beroepsmatig mee om. Toen ik ziek werd, besloot hij om mijn werk te willen voortzetten. Al mijn zonen vragen me om advies. Ik heb drie zonen en ze zijn alle drie muzikant. Ze hebben hun eigen band, The Trout Brothers. Ze gaan voor me openen, tijdens de UK tour die ik ga doen. Zijn al je muzikale dromen vervuld? Zijn er nog dingen, die je zeker eens zou willen doen? Ja, er zijn zeker nog dingen die ik zou willen doen. Nog meer albums opnemen en nog meer optreden. Waar ben je buiten muziek mee bezig? Met mijn vrouw en mijn kinderen. Met een man zijn en een vader. Wat zijn je plannen voor de nabije toekomst? Deze tour stop in augustus. Dan ben ik vier dagen thuis en daarna begint mijn Amerikaanse tour, die zes weken duurt. Daarna ga ik met mijn vrouw naar Italië op tweede huwelijksreis, om ons zilveren huwelijksjubileum te vieren. Als ik daarna terug thuis ben, kom ik terug naar Europa, om in oktober en november te touren. Aanvang 2017 heb ik plannen vor een nieuw album. Laatste vraag: wat heb je door je muziek over jezelf geleerd? Geef me even tijd om hierover na te denken, want dat is een goede vraag... Daarna doet Walter Trout – samen met Buddy Guy in de achtergrond (hij heeft hiervoor het venster van de cabine waarin we interviewen open gezet) – zijn Rootstime unplugged “I Just Want To Make Love To You”. What a moment, what a coincidence! Mr. Walter Trout, that were my questions. Thank you again for your time and thank you all these years for your fantastic music! We’re happy, you’re back! Thank you guys!... Eric Schuurmans
ROOTSTIME UNPLUGGED
|
||
|